Ancestral Roots (2004) Felix de Rooy & René Wissink (Atelier Argos)
INLEIDING
Als erfgenaam van het koloniaal orgasme, als buitenechtelijke bastaard geschrapt uit het Europese Testament, ontsnap ik de gevangenis van genetische en historische identiteit. Gevlucht naar het mythische land van La Race Mélangée:  het Niemandsland van het vuilnisbakkenras.
The Invisible Race dat zich - met een door onderdrukking en twijfel gesnoerde mond - grenzeloos en anarchistisch vermenigvuldigt. Onderhuids en tussen de lakens, tegen raciale ontkenning en nationale afstoting in.
Het dolende ras, geboren uit conflict en confrontatie, nieuwsgierigheid en herkenning, tederheid en intimiteit. Haar kinderen zijn niet langer twijfelende, kwijnende halfbloedjes die lijden aan een chronische identiteitscrisis, maar mutanten met dubbel- en multibloed dat mengt en voedt.
Multi-moksi-meti’s, engelen van gemengd vlees. Ooit kunnen zij de aarde voor uitzichtloze volkerenmoord behoeden. May all humans be brothers, want alle rassen zijn in ons klaargekomen.
In mijn bloed stromen samen: Amazone indianen, Afrikaanse slaven, slavenhouders en abolitionisten uit Nederland, Duitsland, Frankrijk en Portugal. In mijn hart is de strijd om raciale en culturele identiteit voorbij. Beslecht door generaties spermatozoön en eicellen ben ik bevrucht, volgroeid, uitgeperst en gebaard: een verse vreemdeling op aarde.
Ik word verscheurd door seksen, rassen, culturen en religies, die door mijn bloed razen, kokend
opborrelen in koortsdromen en visioenen. Ik verlang naar heling van de historische pijn tussen mijn indiaanse overgrootmoeder en haar Europese verkrachter.
Ik voel het dreigende zwijgen tussen mijn Afrikaanse grootmoeder en mijn Europese grootvader, een wapenstilstand tussen schaamte en begeerte, schande en schuldgevoel. Ik lees de Bijbel en Xaviera Hollander, poets mijn Benetton-bewustzijn op en slurp Max Havelaars solidariteitskoffie uit Delfts blauwe kopjes.
Ik ben me bewust van mijn kwetsbaarheid, mijn gemengde identiteit. Wier Neerlands bloed door d’aadren vloeit, van vreemde smetten vrij.
Een tirannieke litanie ontkent mijn gemuteerde genen. Van schaamte bevrijd, vlieg ik op de
vleugels van mijn gekleurde diversiteit.
Uit de schimmen van een geleden strijd, ontrafel ik verworven tederheid.

FELIX DE ROOY
Amsterdam (1995)
Back to Top